Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de tumor. De incidentiedatum kan niet na de datum van aanvang van behandeling liggen. Wanneer de behandeling start voor de histologische bevestiging, is de incidentiedatum de datum van klinische diagnose van de tumor. De incidentiedatum ligt altijd binnen een termijn van 3 maanden na het eerste klinische bezoek in verband met deze tumor.
Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de tumor. De incidentiedatum kan niet na de datum van aanvang van behandeling liggen. Wanneer de behandeling start voor de histologische bevestiging, is de incidentiedatum de datum van klinische diagnose van de tumor. De incidentiedatum ligt altijd binnen een termijn van 3 maanden na het eerste klinische bezoek in verband met deze tumor.
Patiëntgegevens
ink_ses
Mediaan inkomen in postcodegebied als proxy voor sociaaleconomische status (SES).
Beschikbaar vanaf 2010. Sociaaleconomische status (SES) omvat iemands maatschappelijke positie. Het bepaalt voor een belangrijk deel de gezondheid en hangt onder meer samen met iemands levensverwachting in goede gezondheid. In onderzoek naar de samenhang tussen SES en gezondheid worden doorgaans de indicatoren opleiding, inkomen, beroep en/of materiële welstand gebruikt. Deze variabele berust op inkomen als proxy voor SES.
Er is gebruik gemaakt van inkomensgegevens per postcodegebied afkomstig van het CBS met 2019 als peiljaar. Deze gegevens zijn op 16‐10‐2023 gedownload via https://www.cbs.nl/nl‐nl/dossier/nederland‐regionaal/geografische‐data/gegevens‐per‐postcode.
Inkomen is hierbij gedefinieerd als het mediaan besteedbaar huishoudinkomen na correctie voor de grootte en de samenstelling van het huishouden. Per gebied is de mediaan van het gestandaardiseerde inkomen per huishouden vergeleken met de verdeling van dit inkomen voor alle huishoudens in het land, en op basis hiervan ingedeeld in een groep; laag, onder midden, midden, boven midden, of hoog. De bijbehorende inkomensgrenzen (uitgedrukt in euro's) zijn hier te vinden: https://www.cbs.nl/nl‐nl/longread/diversen/2023/statistische‐gegevens‐per‐vierkant‐en‐postcode‐2022‐2021‐2020‐2019/4‐beschrijving‐cijfers. Omdat het aantal huishoudens per postcodegebied vaak klein is, is er door het CBS ook gekeken naar het 99% betrouwbaarheidsinterval van het mediane inkomen. Wanneer dit interval meerdere groepen (laag, onder midden, midden, boven midden, of hoog) omvat, dan is er een nieuwe groep aangemaakt met als omschrijving het bereik ervan (bijvoorbeeld: 'laag tot onder midden'). Doordat het betrouwbaarheidsinterval is meegenomen overlappen de categorieën elkaar gedeeltelijk. Wanneer het mediane inkomen gebaseerd is op minder dan 10 huishoudens, dan is het inkomen gecategoriseerd als 'onclassificeerbaar'. In totaal zijn er 12 inkomenscategorieën die het CBS hanteert.
Voor deze variabele is het aantal categorieën gereduceerd tot 3 categorieën, zodat het aantal categorieën behapbaar blijft en er geen sprake meer is van overlap in categorieën (en de hieraan verbonden inkomensgrenzen).
Aandachtspunten:
‐ Inkomen is een momentopname en zegt niets over het reeds opgebouwde vermogen.
‐ Het betreft geen individuele data maar data per postcodegebied, waarbinnen behoorlijke spreiding voor kan komen.
‐ Vanwege de aanzienlijke leeftijdsafhankelijkheid van huishoudinkomen is het van belang om bij analyses alleen personen in dezelfde leeftijdscategorie met elkaar te vergelijken.
‐ Het mediaan besteedbaar inkomen wordt als valide gezien voor een tijdsperiode van maximaal 10 jaar vóór en 10 jaar na het peiljaar (2019)
Selectie van maligniteiten te specificeren in aanvraag:
‐Periode: Eerdere maligniteiten en/of latere maligniteiten of op basis van een specifieke periode voorafgaand of rondom incidentiedatum.
‐Type: Alle type kanker in NKR, of alle maligne/invasieve (excl. bcc van de huid), of selectie op specifieke tumorsoorten.
Inhoud NKR Database waarvoor volledige beschikbaarheid:
Periode: Landelijk compleet vanaf 1989
Exclusiecriteria:
‐ Patiënten woonachtig in het buitenland ten tijde van incidentie
‐ Basaalcelcarcinomen van de huid en lip
‐ Tweede invasieve en tweede niet‐invasieve plaveiselcarcinomen van de huid
‐ Adenocarcinoma in situ/hooggradige dysplasie van colon, rectosigmoïd en rectum
‐ Carcinomen in situ van de cervix
‐ Goedaardige/borderline tumoren, uitgezonderd:
‐ Tumoren van het centrale zenuwstelsel vanaf 2001
‐ Borderline tumoren van ovarium
‐ AL amyloïdose vanaf 2017
‐ Polymorfe PTLD
Interval incidentiedatum en datum van de eerdere of latere maligniteit
Patiëntgegevens
mal_tumsoort
Tumorsoort van de eerdere of latere maligniteit.
Betreft de NKR tumorsoortindeling op basis van lokalisatie, morfologie en gedrag. Voor meer informatie zie: https://iknl.nl/nkr/registratie/tumorindeling
Het cijferdeel van de postcode van de patiënt ten tijde van incidentie
Patiëntgegevens
vit_stat_dat
Datum van vitale status.
Eenmaal per jaar aan het einde van het eerste kwartaal wordt de NKR met de GBA (Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens) gekoppeld. Het GBA is dan compleet tot februari van dat jaar. De vitale status geeft de status tot maximaal deze datum. Voor de patiënten die volgens de GBA nog in leven zijn is de datum van vitale status de datum tot wanneer de GBA compleet is. Is een patiënt volgens het GBA overleden of geëmigreerd dan is de datum van vitale status de datum van overlijden of emigratie. Met deze datum en de incidentiedatum wordt vervolgens het interval tussen incidentiedatum en datum van vitale status (dagen) berekend.
Interval incidentiedatum en datum vitale status (dagen).
Eenmaal per jaar aan het einde van het eerste kwartaal wordt de NKR met de GBA (Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens) gekoppeld. Het GBA is dan compleet tot februari van dat jaar. De vitale status geeft de status tot maximaal deze datum. Voor de patiënten die volgens de GBA nog in leven zijn is de datum van vitale status de datum tot wanneer de GBA compleet is. Is een patiënt volgens het GBA overleden of geëmigreerd dan is de datum van vitale status de datum van overlijden of emigratie. Met deze datum en de incidentiedatum wordt vervolgens het interval tussen incidentiedatum en datum van vitale status (dagen) berekend.
Patiëntgegevens
vit_stat
Vitale status.
Eenmaal per jaar aan het einde van het eerste kwartaal wordt de NKR met de GBA (Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens) gekoppeld. Het GBA is dan compleet tot februari van dat jaar. De vitale status geeft de status tot maximaal deze datum. Voor de patiënten die volgens de GBA nog in leven zijn is de datum van vitale status de datum tot wanneer de GBA compleet is. Is een patiënt volgens het GBA overleden of geëmigreerd dan is de datum van vitale status de datum van overlijden of emigratie. Met deze datum en de incidentiedatum wordt vervolgens het interval tussen incidentiedatum en datum van vitale status (dagen) berekend.
Indeling in subgroepen binnen tumorsoort carcinoom. Onder andere bedoeld voor een zuiverdere selectie van adenocarcinoom (AC) of hepatocellulair carcinoom (HCC). Enkele zeldzame varianten (volgens RareCareNet) zijn als aparte categorie ingedeeld. Exclusief NET, blastomen, sarcomen, lymfomen.
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Van 1989 tot en met 1992 4de editie (TNM 4),
van 1993 tot en met 1998 4de editie 2de revisie (TNM 4),
van 1999 tot en met 2002 is dit TNM classificatie 5de editie (TNM 5),
van 2003 tot en met 2009 is dit TNM classificatie 6de editie (TNM 6),
van 2010 tot en met 2016 is dit TNM classificatie 7de editie (TNM 7),
en vanaf 2017 is dit TNM classificatie 8de editie (TNM 8).
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Van 1989 tot en met 1992 4de editie (TNM 4),
van 1993 tot en met 1998 4de editie 2de revisie (TNM 4),
van 1999 tot en met 2002 is dit TNM classificatie 5de editie (TNM 5),
van 2003 tot en met 2009 is dit TNM classificatie 6de editie (TNM 6),
van 2010 tot en met 2016 is dit TNM classificatie 7de editie (TNM 7),
en vanaf 2017 is dit TNM classificatie 8de editie (TNM 8).
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Van 1989 tot en met 1992 4de editie (TNM 4),
van 1993 tot en met 1998 4de editie 2de revisie (TNM 4),
van 1999 tot en met 2002 is dit TNM classificatie 5de editie (TNM 5),
van 2003 tot en met 2009 is dit TNM classificatie 6de editie (TNM 6),
van 2010 tot en met 2016 is dit TNM classificatie 7de editie (TNM 7),
en vanaf 2017 is dit TNM classificatie 8de editie (TNM 8).
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Van 1989 tot en met 1992 4de editie (TNM 4),
van 1993 tot en met 1998 4de editie 2de revisie (TNM 4),
van 1999 tot en met 2002 is dit TNM classificatie 5de editie (TNM 5),
van 2003 tot en met 2009 is dit TNM classificatie 6de editie (TNM 6),
van 2010 tot en met 2016 is dit TNM classificatie 7de editie (TNM 7),
en vanaf 2017 is dit TNM classificatie 8de editie (TNM 8).
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Betekenis laatste teken van de pN:
S: Uitslag alleen gebaseerd op onderzoek van de schildwachtklier (sn)
I: Geïsoleerde tumorcellen (ITC)
M: Micrometastasen (mi)
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Van 1989 tot en met 1992 4de editie (TNM 4),
van 1993 tot en met 1998 4de editie 2de revisie (TNM 4),
van 1999 tot en met 2002 is dit TNM classificatie 5de editie (TNM 5),
van 2003 tot en met 2009 is dit TNM classificatie 6de editie (TNM 6),
van 2010 tot en met 2016 is dit TNM classificatie 7de editie (TNM 7),
en vanaf 2017 is dit TNM classificatie 8de editie (TNM 8).
cstadium: Het klinisch stadium wordt gebaseerd op de cTNM. De cTNM wordt gebaseerd op informatie verkregen voor aanvang van de (neoadjuvante) behandeling, inclusief bevindingen tijdens chirurgische ingrepen (wanneer niet neoadjuvant behandeld) die van invloed zijn op het behandelplan.
Betekenis "X" (onbekend): Het juiste stadium kan niet berekend worden, bijvoorbeeld bij TX/NX/M0. Betekenis "M" (missing): Een M wordt weergegeven als er geen TNM is ingevuld. Dit kan het geval zijn als de registratie nog niet volledig is afgerond, of er kan gebruik gemaakt zijn van de EoD‐stadiëring in plaats van de TNM‐stadiëring. Betekenis stadium "NVT" (niet van toepassing): TNM‐stadium is niet van toepassing voor de betreffende tumorsoort in deze incidentieperiode.
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Van 1989 tot en met 1992 4de editie (TNM 4),
van 1993 tot en met 1998 4de editie 2de revisie (TNM 4),
van 1999 tot en met 2002 is dit TNM classificatie 5de editie (TNM 5),
van 2003 tot en met 2009 is dit TNM classificatie 6de editie (TNM 6),
van 2010 tot en met 2016 is dit TNM classificatie 7de editie (TNM 7),
en vanaf 2017 is dit TNM classificatie 8de editie (TNM 8).
pstadium: Het pathologisch (post‐chirurgisch) stadium wordt gebaseerd op de pT, de pN en de cM/pM. Ook in het geval van prechirurgische therapie is er gekeken naar de pT en de pN (de ypT en ypN in dat geval). Wanneer er na prechirurgische therapie geen tumor meer aantoonbaar is wordt dit weergegeven als stadiump=0.
Betekenis "X" (onbekend): Het juiste stadium kan niet berekend worden, bijvoorbeeld bij TX/NX/M0. Betekenis "M" (missing): Een M wordt weergegeven als er geen TNM is ingevuld. Dit kan het geval zijn als de registratie nog niet volledig is afgerond, of er kan gebruik gemaakt zijn van de EoD‐stadiëring in plaats van de TNM‐stadiëring. Betekenis stadium "NVT" (niet van toepassing): TNM‐stadium is niet van toepassing voor de betreffende tumorsoort in deze incidentieperiode.
Voor de TNM‐classificatie is gebruik gemaakt van de editie die geldt op het moment van incidentie.
Van 1989 tot en met 1992 4de editie (TNM 4),
van 1993 tot en met 1998 4de editie 2de revisie (TNM 4),
van 1999 tot en met 2002 is dit TNM classificatie 5de editie (TNM 5),
van 2003 tot en met 2009 is dit TNM classificatie 6de editie (TNM 6),
van 2010 tot en met 2016 is dit TNM classificatie 7de editie (TNM 7),
en vanaf 2017 is dit TNM classificatie 8de editie (TNM 8).
Stadium: Het stadium op basis van pTNM aangevuld met cTNM dat zo goed als mogelijk het daadwerkelijke stadium van de tumor weergeeft ten tijde van diagnose. In eerste instantie wordt gekeken naar de waarden van de pTNM. Wanneer er geen chirurgie heeft plaatsgevonden, de waarde van de pTNM onbekend is, of er is sprake van prechirurgische therapie (de pTNM is dan een ypTNM) dan is er gekeken naar de waarden in de cTNM.
Betekenis "X" (onbekend): Het juiste stadium kan niet berekend worden, bijvoorbeeld bij TX/NX/M0. Betekenis "M" (missing): Een M wordt weergegeven als er geen TNM is ingevuld. Dit kan het geval zijn als de registratie nog niet volledig is afgerond, of er kan gebruik gemaakt zijn van de EoD‐stadiëring in plaats van de TNM‐stadiëring. Betekenis stadium "NVT" (niet van toepassing): TNM‐stadium is niet van toepassing voor de betreffende tumorsoort in deze incidentieperiode.
De 'Extent of Disease' (EoD)‐stadiëring wordt gebruikt voor solide tumoren waarvoor geen gangbare andere stadiëring zoals de TNM‐stadiëring bestaat De EoD‐stadiëring werd ook gebruikt bij morfologie M8000 (geen PA‐bevestiging) tot incidentiedatum 01‐01‐2012.
De 'Extent of Disease' (EoD)‐stadiëring wordt gebruikt voor solide tumoren waarvoor geen gangbare andere stadiëring zoals de TNM‐stadiëring bestaat De EoD‐stadiëring werd ook gebruikt bij morfologie M8000 (geen PA‐bevestiging) tot incidentiedatum 01‐01‐2012.
Alle lymfklieren die in het kader van initiële diagnostiek en behandeling zijn onderzocht bij elkaar opgeteld.
Tumorgegevens
pos_lymf
Aantal positieve regionale lymfeklieren
Tumorgegevens
diag_basis
Basis voor diagnose.
Niet microscopisch bevestigd
0 = alleen overlijdensverklaring beschikbaar
1 = alleen klinisch onderzoek (anamnese en lichamelijk onderzoek)
2 = klinisch‐diagnostische onderzoeken, exploratieve chirurgie of obductie (zonder microscopisch bevestiging)
4 = specifieke biochemische en/of immunologische laboratoriumonderzoeken
Microscopisch bevestigd
5 = hematologische (beenmergcytologie = bijvoorbeeld beenmergpunctie, bloeduitstrijk) of cytologische bevestiging van de primaire tumor of metastasen, of microscopische bevestiging zeker, maar onduidelijk of dit cytologie of histologie betreft
6 = histologische bevestiging uitsluitend van metastase(n), inclusief bij obductie
7 = histologische bevestiging van de primaire tumor, of onduidelijk of histologische bevestiging de primaire tumor of een metastase betreft, obductie (met histologische bevestiging)
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Waarden boven 9000 zijn geregistreerd als 9000. Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014 en bij intrahepatisch cholangiocarcinoom vanaf 2018.
Tumorgegevens
albumine
Albumine (g/L).
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen.
Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014, bij pancreascarcinoom vanaf 2015, bij peri‐ampullair carcinoom vanaf 2016 en bij intrahepatisch cholangiocarcinoom vanaf 2018.
Tumorgegevens
arterieel_vaatbetr
Vaatbetrokkenheid arterieel op basis van beeldvorming.
Beschikbaar bij pancreas en peri‐ampullair carcinoom vanaf 2016.
onduidelijk (uitsluitend indien meerdere lettercodes van dezelfde bron)
8
n.v.t.
9
onbekend
A
early stage
B
intermediate stage
C
advanced stage
D
terminal stage
Tumorgegevens
beeld_m0
M0 op beeldvorming.
Beschikbaar vanaf 2009 voor alle HPB tumoren. De situatie op beeldvorming is niet als zodanig vastgelegd in de NKR, maar gebaseerd op de volgende aanname: er was op beeldvorming vooraf aan start van tumorbehandeling geen afstandsmetastase indien: een resectie van de primaire tumor is uitgevoerd en/of chirurgische exploratie zonder resectie is uitgevoerd en/of diagnostische laparoscopie is uitgevoerd en/of cM=0. Bevindingen tijdens upfront chirurgische diagnostiek of exploratie zonder resectie worden namelijk geregistreerd in de cTNM. Diagnostische laparoscopie is vanaf 2012 toegevoegd aan de NKR.
Betreft de hoogste waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Bij galwegstent of PTC‐drain is de totaal bilirubine waarde vooraf aan galwegdrainage geregistreerd. Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014, bij pancreascarcinoom, cholangiocarcinoom en papilcarcinoom vanaf 2015, en bij galblaascarcinoom en duodenumcarcinoom vanaf 2016.
Tumorgegevens
bismuth_corlette
Bismuth‐Corlette classificatie.
Beschikbaar bij perihilair cholangiocarcinoom vanaf 2020.
Betreft de hoogste waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Waarden boven 9000 zijn geregistreerd als 9000.
Beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015, bij peri‐ampullair carcinoom vanaf 2016, bij alle cholangiocarcinoom en galblaascarcinoom vanaf 2020.
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Beschikbaar vanaf 2020 voor alle HPB.
Tumorgegevens
crp
C‐reactief proteïne (CRP) (mg/L).
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015 en bij peri‐ampullair carcinoom vanaf 2016.
Tumorgegevens
hb
Hemoglobine (mmol/L).
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Beschikbaar bij pancreascarcinoom van 2015‐2020, en bij peri‐ampullair carcinoom van 2016‐2020.
Tumorgegevens
inr
International Normalized Ratio (INR).
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014 en bij intrahepatisch cholangiocarcinoom vanaf 2018.
Tumorgegevens
klin_tum_afm
Klinische maximale afmeting van de primaire tumor (mm).
Grootste diameter op basis van (laatste) radiologieverslag vooraf aan start start tumorgerichte therapie of besluit over niet behandelen.
Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014, bij pancreascarcinoom vanaf 2015, bij peri‐ampullair carcinoom vanaf 2016, bij intrahepatisch cholangiocarcinoom vanaf 2018 en vanaf 2020 voor alle primaire HPB.
Tumorgegevens
kreatinine
Kreatinine (μmol/L).
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen.
Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014, bij pancreascarcinoom van 2015‐2020, bij peri‐ampullair carcinoom van 2016‐2020 en bij intrahepatisch cholangiocarcinoom vanaf 2018.
Tumorgegevens
ldh
Lactaatdehydrogenase (U/L).
Beschikbaar vanaf 2015. Betreft de hoogste waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen.
Beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015, bij peri‐ampullair carcinoom vanaf 2016 en bij intrahepatisch cholangiocarcinoom vanaf 2018.
Tumorgegevens
lymfocyten
Lymfocytengehalte (x10^9/L).
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015.
Tumorgegevens
meta_lok_aantal
Aantal topografie lokalisaties waarin metastasen aanwezig zijn.
Indien metastase in hoofdgroep peritoneaal, long, bot, lever, hersen, lymfeklier of bijnier valt worden deze als 1 lokalisatie meegeteld. Van alle overige metastasen worden alle unieke 2‐cijferige ICD‐O lokalisaties meegeteld. Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase lokalisaties niet alle lokalisaties vastgelegd, bij deze patienten staat het aantal metastase lokalisaties op 77.
Beschikbaar vanaf 2008. Metastasen in bijnier (C74). Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Beschikbaar vanaf 2008. Metastase in bot of beenmerg (C40, C41, C421). Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Beschikbaar vanaf 2008. Metastase in hersenen (C71). Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Interval incidentiedatum en datum van metastase (dagen).
Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Als datum van de metastase geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de metastase. De datum van klinische diagnose wordt aangehouden indien er niet binnen 3 maanden sprake is van histologische bevestiging. De datum van metastase kan daarom maximaal 3 maanden voor de incidentiedatum van de primaire tumor liggen.
Tumorgegevens
meta_lever
Levermetastase(n) aanwezig.
Beschikbaar vanaf 2008. Levermetastasen (C22). Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Beschikbaar vanaf 2008. Longmetastasen exclusief metastasen in de pleura (C34). Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Beschikbaar vanaf 2008. Metastasen in niet‐regionale lymfeklieren (C77). Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Beschikbaar vanaf 2008. Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Beschikbaar vanaf 2008. Alle metastasen in het (retro)peritoneum (C48). Tussen 2008 en 2014 zijn bij patiënten met >3 metastase locaties niet alle locaties vastgelegd, idem bij >4 metastase locaties in 2017/2018.
Topografie inclusief sublokalisatie van metastase.
Lokalisatie van de metastase volgens ICD‐O‐3. Lokalisaties van metastasen werden vanaf 2008 in alle regio's geregistreerd. Bij metastasen op afstand op meer dan drie plaatsen, is t/m 2014 bij meta3 C768 gecodeerd om aan te geven dat er meer metastasen waren dan 3 lokalisaties. Bij recentere registraties is soms C768 gecodeerd om aan te geven dat er meer metastasen waren dan 4 lokalisaties.
Verklaring records waar cm en pm beide niets aangeven over metastasen terwijl er wel metastaselokalisaties bij diagnose zijn geregistreerd: De cTNM wordt gebaseerd op informatie verkregen voor aanvang van de (neoadjuvante) behandeling, inclusief bevindingen tijdens chirurgische ingrepen (wanneer niet neoadjuvant behandeld) die van invloed zijn op het behandelplan. De pM geeft aan over er PA‐bevestiging is van de metastase op afstand. Indien er tijdens of na afronding van de neoadjuvante behandeling metastasen worden aangetroffen dan wordt de registratie van de TNM niet meer aangepast, maar wordt wel alsnog de metastaselokalisatie geregistreerd.
Indien in de dataset ook metastaselokalisaties na progressie zijn opgenomen: In de NKR worden bij progressie alleen nieuwe en/of gegroeide lokalisaties van metastase(n) vastgelegd, dus niet alle op het moment van progressie nog aanwezige metastasen worden nogmaals vastgelegd. C809 wordt gecodeerd bij klinische progressie, waarbij niet bekend is waar de progressie zit.
Bot, gewrichten, kraakbeen overige en NNO loc | Bot wervelkolom
C414
Bot, gewrichten, kraakbeen overige en NNO loc | Bot bekkenbeenderen/sacrum/coccygis
C418
Bot, gewrichten, kraakbeen overige en NNO loc | Overlappende lokalisaties bot/gewrichten/kraakbeen
C422
Hematopoietisch en reticulo‐endotheliaal stelsel | Milt
C481
Retroperitoneum en peritoneum | Peritoneum gespecificeerde delen
C482
Retroperitoneum en peritoneum | Peritoneum NNO
Tumorgegevens
meta_topo
Topografie exclusief sublokalisatie van metastase.
Lokalisatie van de metastase volgens ICD‐O‐3. Lokalisaties van metastasen werden vanaf 2008 in alle regio's geregistreerd. Bij metastasen op afstand op meer dan drie plaatsen, is t/m 2014 bij meta3 C768 gecodeerd om aan te geven dat er meer metastasen waren dan 3 lokalisaties. Bij recentere registraties is soms C768 gecodeerd om aan te geven dat er meer metastasen waren dan 4 lokalisaties.
Verklaring records waar cm en pm beide niets aangeven over metastasen terwijl er wel metastaselokalisaties bij diagnose zijn geregistreerd: De cTNM wordt gebaseerd op informatie verkregen voor aanvang van de (neoadjuvante) behandeling, inclusief bevindingen tijdens chirurgische ingrepen (wanneer niet neoadjuvant behandeld) die van invloed zijn op het behandelplan. De pM geeft aan over er PA‐bevestiging is van de metastase op afstand. Indien er tijdens of na afronding van de neoadjuvante behandeling metastasen worden aangetroffen dan wordt de registratie van de TNM niet meer aangepast, maar wordt wel alsnog de metastaselokalisatie geregistreerd.
Indien in de dataset ook metastaselokalisaties na progressie zijn opgenomen: In de NKR worden bij progressie alleen nieuwe en/of gegroeide lokalisaties van metastase(n) vastgelegd, dus niet alle op het moment van progressie nog aanwezige metastasen worden nogmaals vastgelegd. C809 wordt gecodeerd bij klinische progressie, waarbij niet bekend is waar de progressie zit.
Hematopoietisch en reticulo‐endotheliaal stelsel
C44
Huid
C48
Retroperitoneum en peritoneum
Tumorgegevens
multifoc
Multifocaliteit tumor.
Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom en intrahepatische galwegen met bepekte compleetheid. In recente jaren is standaard het item aantal noduli in de lever beschikbaar.
Betreft de laatst bekende waarde voorafgaand aan start therapie of besluit over (niet) behandelen. Beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015.
Tumorgegevens
noduli
Aantal noduli van de primaire tumor in de lever.
Aantal gediagnosticeerde tumorhaarden in de lever op basis van beeldvorming voorafgaand aan start tumorgerichte therapie. Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014 en bij intrahepatisch cholangiocarcinoom vanaf 2018.
Tumorgegevens
pa_tum_afm
Pathologische maximale afmeting van de primaire tumor (mm).
Beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015 en bij peri‐ampullair carcinoom vanaf 2016.
Tumorgegevens
resectabiliteit
Resectabiliteit van tumor o.b.v. vaatbetrokkenheid.
Beschikbaar vanaf 2016 voor pancreas‐periampullaircarcinoom. Indeling op basis van veneuze en arteriële vaatbetrokkenheid gebaseerd op DPCG‐definitie (PREOPANC 2012, www,dpcg.nl/richtlijnen/).
Datum van eerste consult in ziekenhuis van eerste contact i.v.m. maligniteit.
Beschikbaar vanaf 2015.
Als ziekenhuis eerste contact geldt het eerste reguliere ziekenhuis waar de patiënt is geweest in verband met klachten gerelateerd aan de maligniteit.
Interval incidentie en datum van eerste consult in ziekenhuis van eerste contact.
Beschikbaar vanaf 2015.
Als ziekenhuis eerste contact geldt het eerste reguliere ziekenhuis waar de patiënt is geweest in verband met klachten gerelateerd aan de maligniteit.
Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Procesgegevens
contact_zkh1
Ziekenhuis van eerste contact i.v.m. maligniteit.
Het eerste ziekenhuis waar de patiënt is geweest in verband met klachten gerelateerd aan de maligniteit, en waar op basis van dat bezoek een (verdenking op) maligniteit wordt afgegeven.
Betreft behandelplan vooraf aan start tumorgerichte therapie
Beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015, bij periampullair carcinoom vanaf 2016 en vanaf 2020 voor alle primaire HPB.
Compleet vanaf 2012. Deels gevuld (indien wel een diagnostische laparascopie bekend) voor incidentiejaren 2009‐2011 maar voor deze jaren zullen diagnostische laparoscopien niet altijd zijn vastgelegd.
Interval incidentiedatum en datum van diagnostische laparoscopie (dagen) [1‐2].
Compleet vanaf 2012. Deels gevuld (indien wel een diagnostische laparascopie bekend) voor incidentiejaren 2009‐2011 maar voor deze jaren zullen diagnostische laparoscopien niet altijd zijn vastgelegd.
Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Procesgegevens
diag_lap
Diagnostische laparoscopie uitgevoerd.
Compleet vanaf 2012. Deels gevuld (indien wel een diagnostische laparascopie bekend) voor incidentiejaren 2009‐2011 maar voor deze jaren zullen diagnostische laparoscopieen niet altijd zijn vastgelegd. Daarom komt voor deze jaren enkel waarde 1/ja voor.
Uitslag van diagnostische laparoscopie[1‐2].
Compleet vanaf 2012. Deels gevuld (indien wel een diagnostische laparascopie bekend) voor incidentiejaren 2009‐2011 maar voor deze jaren zullen diagnostische laparoscopien niet altijd zijn vastgelegd.
gelokaliseerd / resectabele tumor zonder metastasering
3
metastase in de regionale lymfeklieren
4
metastase op afstand
5
uitbreiding in aangrenzende organen/weefsels
6
combinatie van 3, 4 en/of 5
9
ingreep afgebroken i.v.m. conditie patiënt
X
onbekend
Procesgegevens
diag_lap_zkh[1‐2]
Ziekenhuis van diagnostische laparoscopie[1‐2].
Compleet vanaf 2012. Deels gevuld (indien wel een diagnostische laparascopie bekend) voor incidentiejaren 2009‐2011 maar voor deze jaren zullen diagnostische laparoscopien niet altijd zijn vastgelegd.
Ziekenhuis van belangrijkste therapie is expertisecentrum.
Beschikbaar vanaf 2011
Ziekenhuis van belangrijkste behandeling: Patiënten die met een tumor bekend zijn in meerdere ziekenhuizen worden geteld bij het ziekenhuis waar de meest ingrijpende behandeling is gedaan, waarbij de volgende prioritering is gevolgd:
1. ziekenhuis waar de grootste operatieve ingreep is verricht
2. ziekenhuis waar patiënt systemische therapie heeft gehad
3. ziekenhuis waar een overige behandeling is gedaan (exclusief radiotherapie)
4. ziekenhuis van diagnose
Ziekenhuis van eerste contact i.v.m maligniteit is expertisecentrum.
Beschikbaar vanaf 2011.
Ziekenhuis eerste contact: Het eerste ziekenhuis waar de patiënt is geweest in verband met klachten gerelateerd aan de maligniteit, en waar op basis van dat bezoek een (verdenking op) maligniteit wordt afgegeven
Beschikbaar vanaf 2014 en betrokkenheid expertisecentrum vanaf 2017. Tussen 2014 en 2016 is voor deze variabele de bepaling van betrokkenheid expertisecentrum gebaseerd op het centrum waar de MDO plaatsvond en niet of er een experticecentrum betrokken was.
In principe wordt het laatste MDO waarin een besluit over therapie is genomen vastgelegd. Indien er geen MDO voor start van therapie is uitgevoerd dan wordt het eerste MDO dat is uitgevoerd na start van therapie vastgelegd.
Let op: MDO wordt niet in alle ziekenhuizen standaard geregistreerd en kan dus voor bepaalde ziekenhuizen vaker onbekend zijn.
Besproken in MDO, onbekend of expertisecentrum betrokken is
2
Besproken in MDO, expertisecentrum betrokken
3
Besproken in MDO, expertisecentrum niet betrokken
9
Onbekend
Procesgegevens
mdo_voor_ther
Besproken in MDO voorafgaand aan start van tumorgerichte therapie.
Beschikbaar vanaf 2014 en betrokkenheid expertisecentrum vanaf 2017. Als start van therapie wordt in deze variabele naast uitgevoerde tumorgerichte therapie ook exploratieve chirurgie meegeteld. Chirurgie met toevalsbevinding bij PA wordt niet meegeteld.
Tussen 2014 en 2016 is voor deze variabele de bepaling van betrokkenheid expertisecentrum gebaseerd op centrum waar de MDO plaatsvond en niet of er een experticecentrum betrokken was.
In principe wordt het laatste MDO waarin een besluit over therapie is genomen vastgelegd. Indien er geen MDO voor start van therapie is uitgevoerd dan wordt het eerste MDO dat is uitgevoerd na start van therapie vastgelegd.
Let op: MDO wordt niet in alle ziekenhuizen standaard geregistreerd en kan dus voor bepaalde ziekenhuizen vaker onbekend zijn.
Niet besproken in MDO voor start van tumorgerichte therapie
1
Besproken in MDO voor start van tumorgerichte therapie, onbekend of expertisecentrum betrokken is
2
Besproken in MDO voor start van tumorgerichte therapie, expertisecentrum betrokken
3
Besproken in MDO voor start van tumorgerichte therapie, expertisecentrum niet betrokken
8
Geen tumorgerichte therapie uitgevoerd
9
Onbekend
Procesgegevens
transplantatie_wachtlijst
Patient staat op wachtlijst voor levertransplantatie.
Beschikbaar vanaf 2022 bij lever‐galwegen. Geeft aan of patiënt ten tijde van registratie op de wachtlijst voor levertransplantatie staat of wordt geplaatst.
Comorbiditeiten:
Het betreffen comorbiditeiten die aanwezig zijn bij diagnose of ontstaan na de incidentiedatum maar voor de start van behandeling en invloed hebben op het behandelplan.
Hieronder vallen de variabelen beginnend met CCI, welke zijn gebaseerd op de Charlson Comorbdity Index (Charlson, 1987 ‐ A new method of classifying prognostic comorbidity in longitudinal studies; development and validation)
De verschillende nee/ja variabelen van de categorieën zijn samengevat in de variabelen cci_cat (0, 1, 2 of meer) en cci (gewogen score volgens Charlson 1987), waarbij sommige categorieën maar eenmalig meetellen als ze beide voorkomen:
• Cerebrovascular disease en Hemiplegia
• Diabetes en Diabetes with end organ damage
• Mild liver disease en moderate or severe liver disease
• Any tumor en Metastatic solid tumor
Uiteraard is het ook mogelijk om andere keuzes voor samenvattende scores te maken.
Onvolledigheden in scores
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Met name in eerdere jaren zullen deze afwijkingen leiden tot enige mate van misclassificatie en staan bij de betreffende variabele beschreven.
Opmerking: Van 1995 tot 2014 zijn comorbiditeiten alleen in de zuidelijke regio van Nederland geregistreerd. Vanaf 2015 gebeurt dit soms wel landelijk, maar lang niet voor alle tumorsoorten en incidentiejaren. Wanneer de variabelen missing zijn, betekent dat dat er geen comorbiditeiten zijn vastgelegd bij deze tumor.
Risicofactoren
cci_aids
AIDS (including HIV) according to the Charlson Comorbidity Index
Number of categories according to the Charlson Comorbidity Index.
Comorbiditeiten:
Het betreffen comorbiditeiten die aanwezig zijn bij diagnose of ontstaan na de incidentiedatum maar voor de start van behandeling en invloed hebben op het behandelplan.
Hieronder vallen de variabelen beginnend met CCI, welke zijn gebaseerd op de Charlson Comorbdity Index (Charlson, 1987 ‐ A new method of classifying prognostic comorbidity in longitudinal studies; development and validation)
De verschillende nee/ja variabelen van de categorieën zijn samengevat in de variabelen cci_cat (0, 1, 2 of meer) en cci (gewogen score volgens Charlson 1987), waarbij sommige categorieën maar eenmalig meetellen als ze beide voorkomen:
• Cerebrovascular disease en Hemiplegia
• Diabetes en Diabetes with end organ damage
• Mild liver disease en moderate or severe liver disease
• Any tumor en Metastatic solid tumor
Uiteraard is het ook mogelijk om andere keuzes voor samenvattende scores te maken.
Onvolledigheden in scores
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Met name in eerdere jaren zullen deze afwijkingen leiden tot enige mate van misclassificatie en staan bij de betreffende variabele beschreven.
Opmerking: Van 1995 tot 2014 zijn comorbiditeiten alleen in de zuidelijke regio van Nederland geregistreerd. Vanaf 2015 gebeurt dit soms wel landelijk, maar lang niet voor alle tumorsoorten en incidentiejaren. Wanneer de variabelen missing zijn, betekent dat dat er geen comorbiditeiten zijn vastgelegd bij deze tumor.
Cerebrovascular disease according to the Charlson Comorbidity Index.
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Tot/met circa 2012: Cci_cvd bevatte geen TIA en wel significante carotis stenose (d.w.z. behandeld met carotis endarterectomie en carotis desobstructie). Hieronder zullen patiënten onterecht niet of wel worden meegenomen bij de categorie cerebrovascular disease
Diabetes Mellitus according to the Charlson Comorbidity Index.
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Tot/met circa 2018: Diabetes alleen behandeld met dieet is tot/met 2018 wel meegenomen in de registratie
Mild liver disease according to the Charlson Comorbidity Index.
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Tot/met circa 2018: Geen onderscheid tussen mild en moderate or severe liver disease. Deze patiënten zijn allemaal meegenomen bij de variabele cci_liver1 in plaats van bij cci_liver2. Voor cci_cat maakt het niet uit, wel voor de indeling naar categorieën en cci.
Severe or moderate liver disease according to the Charlson Comorbidity Index.
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Tot/met circa 2018: Geen onderscheid tussen mild en moderate or severe liver disease. Deze patiënten zijn allemaal meegenomen bij de variabele cci_liver1 in plaats van bij cci_liver2. Voor cci_cat maakt het niet uit, wel voor de indeling naar categoriën en cci_index.
Other malignancy according to the Charlson Comorbidity Index.
Eerdere of gelijktijdige invasieve/maligne kankers behalve basaalcel en plaveiselcelcarcinomen van de huid waarbij de initiële diagnose is gesteld tussen 5 jaar vóór tot 30 dagen ná de diagnose van deze tumor.
Other metastatic solid tumor according to the Charlson Comorbidity Index.
Eerdere of gelijktijdige gemetastaseerde kanker waarbij de diagnose is gesteld tot 30 dagen ná de diagnose van deze tumor. In de NKR zijn wij niet compleet in de registratie van metachrone metastasen. Deze worden bij veel tumorsoorten pas in recente jaren projectmatig of structureel vastgelegd, deze variabele zal dus soms onterecht op 0 kunnen staan.
Myocardial infarct according to the Charlson Comorbidity Index.
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Tot/met circa 2012: Cci_mi bevatte ook angina pectoris, hierdoor zullen patiënten onterecht meegenomen worden bij deze variabele.
Moderate or severe renal disease according to the Charlson Comorbidity Index.
Vanaf 2019 is de registratie op de Charlson Comorbidity Index afgestemd. Van registraties uit eerdere jaren kunnen daardoor niet alle categorieën goed bepaald worden. Tot/met circa 2018: Cci_renal bevatte ook milde nierziekten, hierdoor zullen patiënten onterecht meegenomen worden bij de categorie moderate or severe renal disease.
WHO performance status voor start behandeling. Wanneer in het medisch dossier de Karnofsky score is vermeld is deze omgezet naar de WHO score, zoals beschreven in Ma et al 2010 ‐ in Interconversion of three measures of performance status: An empirical analysis. Performance status is beschikbaar bij pancreascarcinoom vanaf 2015, bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014, bij peri‐ampullaire carcinoom vanaf 2016 en bij overige biliaire carcinomen vanaf 2018.
Beschikbaar bij hepatocellulair carcinoom vanaf 2014. In geval van meerdere aanwezige risicofactoren, is het hoogste cijfer (1‐6) geregistreerd.
Systemische chemotherapie naar pre‐ en postchirurgisch ingedeeld.
Bij de bepaling van pre‐ en postchirurgische therapie wordt uitgegaan van de volgorde van de verrichtingen in de NKR. Er wordt uitgegaan van de eerste chirurgische resectie. Lokale chirurgische ingrepen (zoals poliepectomie, excisiebiopsie, TUR, fotodynamische therapie, electrocauterisatie, cryochirurgie, radiofrequente ablatie) worden niet meegenomen in de bepaling.
Chemoradiatie naar pre‐ en postchirurgisch ingedeeld.
Er is sprake van chemotherapie en radiotherapie en gebaseerd op de datums/types, is er waarschijnlijk sprake van chemoradiatie. Tot 2011 kan sprake zijn van incompleetheid in deze variable omdat niet altijd start en stopdatums geregistreerd werden bij chemotherapie en radiotherapie. De chemotherapie‐ en radiotherapiecomponent tellen ook mee bij de variabelen voor systemische chemotherapie en radiotherapie.
Interval incidentiedatum en datum van chirurgie (dagen)[1‐2].
Beschikbaar vanaf 2005.
Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Behandelgegevens
chir_opnameduur[1‐2]
Opnameduur na chirurgie (dagen)[1‐2].
Beschikbaar vanaf 2011. Vanaf 2020 onvolledig vastgelegd.
Behandelgegevens
chir_rad[1‐2]
Radicaliteit van chirurgie[1‐2].
Beschikbaar vanaf 2015. Dit item wordt gebruikt bij invasieve tumoren om aan te geven of er tumorrest is na een resectie gericht op de primaire tumor (T). Dit item gaat niet over regionale lymfeklieren en metastasen op afstand.
In de bepaling van de radicaliteit wordt alleen gekeken naar de invasieve, primaire tumor. Een eventuele in situ‐component of lymfeklieren in het resectie preparaat worden niet meegenomen in de beoordeling van de radicaliteit van de primaire tumor.
Chirurgische techniek is beschikbaar vanaf 2010 voor alle HPB. Robot‐geassisteerd is vanaf 2015 beschikbaar voor pancreasresecties en vanaf 2018 voor overige HPB resecties.
Vanaf 2005 wordt het type van chirurgie specifieker vastgelegd, voor 2005 meestal ingedeeld als 99 (overig/onbekend).
Type van chirurgie kan meer grofmazig worden ingedeeld op basis van het 1e cijfer van de uitkomstwaarde:
1=lokale resectie, 2=pancreasresectie, 3=leverresectie, 4=biliaire/periampullaire resectie en 9=overig/onbekend.
Beschikbaar vanaf 2009 voor alle HPB tumoren. Gebaseerd op de aanname dat alle resecties van de primaire tumor en chirurgische exploraties zonder resectie gestart zijn met een curatieve intentie. Diagnostische laparoscopie is niet meegeteld. Bij HCC zijn ook ablaties meegeteld.
Beschikbaar vanaf 2009 . Exploratieve chirurgie is een in opzet curatieve operatie, die wordt afgebroken wegens inoperabiliteit of vanwege conditie patiënt.
Beschikbaar vanaf 2009. Exploratieve chirurgie is een in opzet curatieve operatie, die wordt afgebroken wegens inoperabiliteit of vanwege conditie patiënt.
Interval incidentiedatum en datum van exploratieve chirurgie (dagen)[1‐2].
Beschikbaar vanaf 2009. Exploratieve chirurgie is een in opzet curatieve operatie, die wordt afgebroken wegens inoperabiliteit of vanwege conditie patiënt.
Behandelgegevens
expl_chir_uitslag[1‐2]
Uitslag van exploratieve chirurgie[1‐2].
Beschikbaar vanaf 2009. Exploratieve chirurgie is een in opzet curatieve operatie, die wordt afgebroken wegens inoperabiliteit of vanwege conditie patiënt.
Ziekenhuis van exploratieve chirurgie[1‐2].
Beschikbaar vanaf 2009. Exploratieve chirurgie is een in opzet curatieve operatie, die wordt afgebroken wegens inoperabiliteit of vanwege conditie patiënt.
Beschikbaar vanaf 2014 indien er geen tumorgerichte therapie is uitgevoerd (variabele tumgericht_ther = 0).
Vanaf 2015 wordt ook een reden vastgelegd wanneer er een tumorgerichte vervolgtherapie niet is uitgevoerd waarvoor de patiënt wel een indicatie heeft volgens de richtlijn. Het type van deze niet‐uitgevoerde tumorgerichte vervolgtherapie is dan weergegeven in de variabele geen_ther_type met corresponderend volgnummer. Deze items zijn onvolledig vastgelegd.
Indien er meerdere redenen zijn vastgelegd, wordt 1 reden geselecteerd op basis van de volgende rangorde: waarde 11 > 12 > 13 > 14 > 8 > 9.
co‐morbiditeit en/of performance/functionele status of aanwezigheid andere tumor
12
(verwachte) snelle progressie of overlijden of hoge tumorload
13
wens/weigering patiënt/familie
14
geringe tumorload/weinig klachten
Behandelgegevens
geen_ther_type
Type van geen tumorgerichte vervolgtherapie uitgevoerd.
Beschikbaar vanaf 2015 wanneer er een tumorgerichte vervolgtherapie niet is uitgevoerd waarvoor de patiënt wel een indicatie heeft volgens de richtlijn. De reden waarom er geen tumorgerichte vervolgtherapie is uitgevoerd, is weergegeven in de variabele geen_ther_reden. Deze items zijn onvolledig vastgelegd.
Prechirurgische systemische therapie met intentie tot resectie.
Beschikbaar vanaf incidentiejaar 2009, indien resectie of chirurgische exploratie vooraf gegaan wordt door chemo(radio)therapie. Vanaf 2016 is prechirurgische therapie zonder navolgende chirurgie (resectie of exploratie) beschikbaar (waarde 3), maar mogelijk niet volledig.
Beschikbaar vanaf 2011. Het gaat om een 2e resectie van de primaire tumor en/of regionale lymfeklieren. Mogelijk enige incompleetheid in de beginjaren.
Beschikbaar vanaf 2015 voor pancreastumoren, vanaf 2017 voor HCC en vanaf 2020 voor alle primaire HPB. Vastgelegd bij patiënten die systemische therapie krijgen, uitgezonderd postchirurgische therapie. De 'beste' of 'meest gunstige' respons is geregistreerd indien er sprake was van meerdere responsbepalingen.
Interval incidentiedatum en datum van responsbepaling (dagen).
Beschikbaar vanaf 2015 voor pancreastumoren, vanaf 2017 voor HCC en vanaf 2020 voor alle primaire HPB. Vastgelegd bij patiënten die systemische therapie krijgen, uitgezonderd postchirurgische therapie. De 'beste' of 'meest gunstige' respons is geregistreerd indien er sprake was van meerdere responsbepalingen. Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Behandelgegevens
respons_uitslag
Uitslag van responsbepaling.
Beschikbaar vanaf 2015 voor pancreastumoren, vanaf 2017 voor HCC en vanaf 2020 voor alle primaire HPB. Vastgelegd bij patiënten die systemische therapie krijgen, uitgezonderd postchirurgische therapie. De 'beste' of 'meest gunstige' respons is geregistreerd indien er sprake was van meerdere responsbepalingen.
Radiotherapie naar pre‐ en postchirurgisch ingedeeld.
Dit betreft radiotherapie gericht op de primaire tumor.
Bij de bepaling van pre‐ en postchirurgische therapie wordt uitgegaan van de volgorde van de verrichtingen in de NKR. Er wordt uitgegaan van de eerste chirurgische resectie. Lokale chirurgische ingrepen (zoals poliepectomie, excisiebiopsie, TUR, fotodynamische therapie, electrocauterisatie, cryochirurgie, radiofrequente ablatie) worden niet meegenomen in de bepaling.
De middelen systemische therapie worden in de NKR geregistreerd met codes uit het Anatomisch Therapeutisch Chemische classificatiesysteem (ATC codes). Systemische therapie is niet altijd even specifiek geregistreerd, met name voor 2015 werden aspecifieke codes gebruikt.
Interval incidentiedatum en startdatum van systemische therapie (dagen).
Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Behandelgegevens
syst_stop_int
Interval incidentiedatum en stopdatum van systemische therapie (dagen).
Einddatum chemotherapie is de dag waarop de laatste kuur wordt beëindigd. Indien deze einddatum onbekend is, kan de begindatum van de laatste kuur als einddatum geregistreerd zijn. Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Einddatum chemotherapie is de dag waarop de laatste kuur wordt beëindigd. Indien deze einddatum onbekend is, kan de begindatum van de laatste kuur als einddatum geregistreerd zijn.
Systemische targeted therapie naar pre‐ en postchirurgisch ingedeeld.
Dit betreft systemische targeted therapie, inclusief immunotherapie.
Bij de bepaling van pre‐ en postchirurgische therapie wordt uitgegaan van de volgorde van de verrichtingen in de NKR. Er wordt uitgegaan van de eerste chirurgische resectie. Lokale chirurgische ingrepen (zoals poliepectomie, excisiebiopsie, TUR, fotodynamische therapie, electrocauterisatie, cryochirurgie, radiofrequente ablatie) worden niet meegenomen in de bepaling.
Betreft levertransplantatie i.v.m. maligniteit. Vanaf 2017 wordt ook levertransplantatie i.v.m. onderliggende leverziekte en partiële levertransplantatie geregistreerd. Vanwege wachtlijst kan de transplantatie nog ontbreken in de NKR.
Interval incidentiedatum en startdatum van eerste tumorgerichte therapie (dagen).
Beschikbaar vanaf 2011. In de periode 2005‐2010 met name beschikbaar indien er een resectie is uitgevoerd.
Als incidentiedatum geldt de datum van de eerste histologische of cytologische bevestiging van de primaire tumor.
Behandelgegevens
tumgericht_ther_startdat1
Startdatum van eerste tumorgerichte therapie.
Beschikbaar vanaf 2011. In de periode 2005‐2010 met name beschikbaar indien er een resectie is uitgevoerd.
Behandelgegevens
tumgericht_ther
Tumorgerichte therapie uitgevoerd.
Een of meerdere behandelingen uitgevoerd gericht op verwijderen, vernietigen of verkleinen van de primaire tumor en/of metastasen. Uitsluitend ondersteunende of voorbereidende behandeling (zoals galwegdrainage, embolisatie, e.d.), exploratieve chirurgie waarbij geen resectie plaatsvindt, of indien de behandeling onbekend is, worden gezien als geen tumorgerichte therapie uitgevoerd.